Vanaf 1946 bespioneerde de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) predikanten die actief waren in de vredesbeweging. Verdenking van communistische sympathieën was reden om mensen jarenlang intensief te volgen, blijkt uit onderzoek in de BVD-dossiers. „Hoewel ds. H. geenszins van links-extreem politieke neigingen mag worden verdacht, is het gewenst aandacht aan hem te blijven wijden.”
Lees het artikel in het Reformatorisch Dagblad